Kunstkabinet, toegeschreven aan Ulrich Baumgartner
Wereldwijde verzending mogelijk
- Herkomst
- Augsburg
- Periode
- Ca. 1625
- Materiaal
- Naaldhout, eikenhout, ebbenhout, belijmd en ingelegd met gegraveerd ivoor, Messing, ijzer
- Signatuur
- Keur Augsburg en 'eben'
- Hoogte
- 24 cm
- Breedte
- 18.5 cm
- Diepte
- 30.5 cm
- Literatuur
O. Impey, A. MacGregor, ‘The Origins of Museums: The Cabinet of Curiosities in Sixteenth- and Seventeenth-Century Europe (1985), in: S. Staniforth (ed.), Historical Perspectives on Preventive Conservation, Los Angeles 2013, pp. 78-82.
G. Laue (ed.), Möbel für die Kunstkammern Europas, München 2008, pp. 76 - 80, 204 - 206, cat. no. 3.- Musea
Zie voor objecten toegeschreven aan Ulrich Baumgartner:
- Kunstgewerbemuseum, Berlijn, inv. no. P 77
- Herzog Anton Ulrich-Museum, Braunschweig, inv. no. Moe 85
- Nationalmuseum, Stockholm (Kreisel 1968, no. 386)
- Museum für Kunst und Gewerbe, Hamburg, inv. no. 1877.462
Vragen over dit object?
Kies een van de onderstaande contactmogelijkheden:
Omschrijving
Dit verfijnde en elegante kunstkabinet, gemaakt in Augsburg, is vervaardigd uit naaldhout en eikenhout, met fineer van ebbenhout en padouk en intarsia van gegraveerd en gezwart ivoor. Op het deksel staat het stadsmerk van Augsburg in de vorm van een dennenappel en op de voorkant het woord ‘eben’. Uit de merktekens blijkt dat de kast na 1625 in een Augsburgse werkplaats is gemaakt. Op grond van het gedetailleerde ivoren intarsia en de stijl van het kabinet kan het worden toegeschreven aan Ulrich Baumgartner (ca. 1580 - 1652). Baumgartner was een gespecialiseerde meubelmaker die in Augsburg werkte, in samenwerking met o.a. de Augsburgse kunsthandelaar Philipp Hainhofer. De kunstkabinetten met ivoren intarsia waren een specialiteit van de Augsburgse meubelmakers en ambachtslieden in het begin van de 17e eeuw.
De buitenkant van de kast is elegant versierd met geometrische stervormige patronen van gelijmd ebbenhout en padoek, geaccentueerd met dunne banden van tin. De schoonheid van de kist openbaart zich verder bij het openen, de deurpanelen en de acht laden zijn versierd met verfijnde ivoren panelen, gegraveerd en ingelegd met figuratieve motieven, krulwerk, mythische dieren en gevleugelde wezens. De randen van de laden zijn versierd met een golvend patroon dat het licht prachtig vangt. Achterin de centrale lade bevindt zich een geheim vakje, verborgen voor nieuwsgierige ogen.
Kunstkabinetten als deze werden gemaakt voor het opbergen en tentoonstellen van kunst en rariteiten. De eigenaar van het kabinet toonde zo zijn rijkdom en kennis van de wereld. De verzamelingen van voorwerpen in een kunstkabinet konden onderverdeeld worden in artificialia (kunst en antiek), naturalia (natuurlijke objecten zoals schelpen en stenen), exotica (exotische dieren en planten) and scientifica (wetenschappelijke instrumenten). In de loop van de tijd groeiden deze kabinetten uit tot ‘kunst- und wunderkammers’, fysieke ruimtes waarin kunst en rariteiten werden tentoongesteld. Deze kamers gevuld met privécollecties lagen aan de basis van de eerste musea.
