Set van vier gedraaide ivoren kadelaren

Meer informatie aanvragen
Prijs op aanvraag

Wereldwijde verzending mogelijk

Herkomst
Zuid-Duitsland, Neurenberg (?)
Periode
Midden 17e eeuw
Materiaal
ivoor
Hoogte
18.5 cm
Diameter
10 cm
Literatuur

N. Andrews, ‘The Ivory Turn: Of Solids, Curves, and Nests’, in: W. Koeppe (ed.), Making Marvels, Science and Splendor at the Courts of Europe, New York 2019, pp. 121 - 128.
K. Maurice, ‘The Princely Art of Turning - on the Aesthetic Significance of the Natural and Technology’, in: G. Laue (ed.), Gedrehte Kostbarkeiten / Turned Treasures, München 2004, pp. 17-23.
R.F. Michaelis, Old Domestic Base-Metal Candlesticks, Suffolk 1978, p. 33, 34.

Vragen over dit object?

Kies een van de onderstaande contactmogelijkheden:

Omschrijving

Vier bijzondere zeventiende eeuwse penkandelaren van gedraaid ivoor. Op de pin aan de bovenkant van de kandelaar kon de kaars worden geplaatst, de vetvanger eronder ving het smeltende kaarsvet op. De vier kandelaren zijn op dezelfde wijze vormgegeven: de conisch voet loopt over in een geprofileerde stam met een brede schijf, een vaas en verschillende ringen, gevolgd door de vetvanger. De kandelaar bestaat uit vijf losse delen, die met schroefdraad in elkaar gedraaid zijn. De brede geprofileerde vetvanger heeft de vorm van een diepe schotel en heeft een uitkragende randen. De gehele kandelaar is versierd met dun gedraaide ringen. De kaarsenpin is aan de voet bolvormig en loopt uit in een punt. De vorm van de kandelaren doet vermoeden dat ze uit het Zuid-Duitse gebied, Neurenberg, afkomstig zijn.

Het draaien van ivoor was in de zestiende en zeventiende eeuw een nobele hobby, beoefend door Europese adel, prinsen en koningen. Het draaien van ivoor, met behulp van een mechanisch aangedreven draaibank, werd gezien als een gepast en deugdelijk tijdverdrijf, waarbij de beoefenaar getraind werd in precisie en concentratie, en tegelijkertijd fascinerende objecten vervaardigde. Vaak werden deze meesterstukken als (diplomatieke) gift gebruikt en vonden ze een plek in kunstkamers. Ambachtslieden die gespecialiseerd waren in het draaien van ivoor fungeerde als leraar voor de adel, en verbleef vaak op het hof. Van verschillende vroegmoderne adellijke families en koningshuizen zijn uitzonderlijk mooie ivoren objecten en meesterstukken bekend die dus niet voor, maar door hen gemaakt zijn.  Het draaien gebeurde op mechanische wijze met een draaibank: een stuk ivoor werd vastgezet in de draaibank, die het object in twee of drie richtingen tegelijkertijd kon laten bewegen. De maker nam een scherpe pen of voorwerp, en hield deze tegen het draaiende ivoor. Door de verschillende bewegingen en richtingen van het mechaniek kon de maker  het stuk ivoor vormen zoals gewenst. Daarbij was het vakmanschap van de maker, en met name zijn of haar geometrische en ruimtelijke inzicht, vaste hand en precies, bepalend voor de complexiteit en verfijning van het eindproduct. Het mechaniek van de draaibank, wat naar voorkeur aangepast worden, maakt deze uitzonderlijke gedraaide ivoren voorwerpen de eerste voorbeelden van ‘machine-generated art’.

Cites: 22NL308880/20

Legal


Site by Artimin