Tafelkleed, tapisserie

Meer informatie aanvragen
Prijs op aanvraag

Wereldwijde verzending mogelijk

Herkomst
Waarschijnlijk Delft of Gouda
Periode
Midden 17e eeuw
Materiaal
Wol en zijde
Hoogte
173 cm
Breedte
258 cm
Literatuur

V. Woldbye & C.A. Burgers, Geweven boeket - Catalogus Rijksmuseum Amsterdam, Amsterdam 1971, pp. 5 - 12, cat. no. 19, 26, 27, 56, 57.

Vragen over dit object?

Kies een van de onderstaande contactmogelijkheden:

Omschrijving

Dit geweven wollen tafelkleed lijkt bestrooid met bloemen; op een donkerblauwe achtergrond zijn tal van uitbundige bloemen te zien, bijeengebonden in een tuil met strik, of los. In het midden is een centraal boeket met vruchten, bloemen en bladeren, waarin druiven, peren, komkommers artisjokken, rozenbottels en granaatappels te herkennen zijn. Tussen de bloemen en bladeren, die alle kanten op gericht zijn, zijn verschillende insecten zichtbaar. In de hoeken van het kleed zijn met rode strik bijeengebonden bloemtuilen die naar het midden gericht zijn, aan de zijkanten zijn met blauwe strik bijeengebonden rozen. Om het centrale ornament is een cirkel van tulpen. Noord-Nederlandse bloemtafelkleden uit de zeventiende eeuw zijn bijzonder zeldzaam; het aantal bekende tafelkleden, in musea en particuliere collecties, is niet meer dan vijftig. Op deze tafelkleden wordt een levendige rijkdom aan bloemsoorten afgebeeld, waaronder vaak de tulp, roos, iris, narcis, anjer, akelei, lelie van dalen en keizerskroon, geïnspireerd door de tulpenmanie en de aangewakkerde interesse in natuurwetenschap en botanische verhandelingen. De tafelkleden verfraaiden de kenmerkende zeventiende eeuwse zware en functionele tafels, maar werden niet gebruikt om daadwerkelijk de tafel op te dekken en te eten: over de kostbare kleden werden verschillende lakens gelegd, waarop gedekt werd.

Vanaf het midden van de zestiende eeuw en met name na de Val van Antwerpen kwam er een grote stroom Vlaamse immigranten, waaronder veel ambachtslieden naar de Noordelijke Nederlanden. Onder deze immigranten bevonden zich een aantal tapijtwevers die zich vestigden in Middelburg, Delft, Gouda en Schoonhoven, waar de rijke Vlaamse weeftraditie zich vermengde met de heersende Noord-Nederlandse kunsttraditie. De zeldzame bloemtafelkleden werden voornamelijk vervaardigd in de weefateliers in Delft en Gouda, het is aannemelijk dat ook dit tafelkleed uit Delft of Gouda afkomstig is. Belangrijke weefateliers behoorde toe aan de families Van der Gucht, Spiering, Schaep, Goossens en De Cracht. Het weven van tapijten en kleden kent zowel een ambachtelijke als een artistieke kant; aan de hand van een schets van de kartontekenaar werd het kleed door een wever vervaardigd. De kartontekenaar liet zich daarbij vaak leiden door bestaande prenten. Verschillende kleden hebben dezelfde en terugkerende motieven, wat kan wijzen op dezelfde werkplaats, hetzelfde karton of hetzelfde voorbeeld.  

De exotische tulp, ingevoerd uit Turkije in de tweede helft van de zestiende eeuw, zorgde in de loop van de zeventiende eeuw voor de welbekende ‘tulpenmanie’. De bijzondere en nieuwe soorten waren dankbaar onderwerp van werk van kunstenaars en ambachtslieden, die de sierlijke bloemen verwerkten in hun werk. De bloei en aandacht voor de natuurwetenschappen, met wetenschappers als Van Leeuwenhoek en Huygens, resulteerde in verschillende boekwerken en verhandelingen met botanische prenten, die gebruikt werden als voorbeeld en inspiratie voor deze bloemtafelkleden. De bloemen zijn botanisch correct afgebeeld, maar vormen in kleur en stijl één geheel. Een aantal van de bewaarde Nederlandse tafelkleden heeft in het midden een medaillon of Bijbels motief, anderen verbeelden uitsluitend bloemen. 

Legal


Site by Artimin